ENERGIEZUINIG BOUWEN
Naast het duidelijke verminderen van onze ecologische voetstap door het besparen van energie, heeft energiezuinig bouwen volgens deze EPB-regelgeving nog verdere voordelen?
Gerd-Jan Oostvogels: De normen die werden vastgesteld voor de ventilatie zorgen ervoor dat een gezond binnenklimaat wordt gegarandeerd. Er worden bepaalde debieten verse lucht per uur voorzien, en ook de afvoer in bijvoorbeeld keuken, wasplaats en badkamer zijn gegarandeerd om ervoor te zorgen dat de hoeveelheid CO2 in de lucht niet te hoog wordt. Een gezond luchtklimaat zorgt er bovendien ook voor dat schimmels worden vermeden.
Daarnaast is er zeker ook een hoger comfortgevoel wanneer muren en vloeren beter geïsoleerd worden. De comforttemperatuur gaat veel hoger liggen in de winter, en in de zomer is er veel minder risico op oververhitting dankzij zonwering of 4-seizoensbeglazing. Zo moet je ook niet na verloop van tijd een airconditioning gaan installeren, wat weer kosten met zich meebrengt en uiteraard ook weer meer energie vraagt.
Dat lagere energieverbruik is overigens wel het meest sprekende voordeel: bewoners van energiezuinige gebouwen zijn zo veel beter ingedekt tegen eventuele prijsverhogingen van fossiele brandstoffen.
Het EPB is evenwel geen optionele richtlijn, maar een dwingende regelgeving?
Oostvogels: Inderdaad, als peilen worden overschreden of als er niet wordt voldaan aan een bepaalde eis, staan daar boetes tegenover voor de bouwheer. De regelgeving werd al verstrengd in 2012, maar zal nog verder verstrengen in 2014. Dat kadert in het toewerken naar een tijd wanneer alle nieuwe gebouwen bijna nulenergiegebouwen moeten worden: iets waar op Europees niveau naar gestreefd wordt tegen 2021. De verstrengingen zijn dus echt nodig zodat de bouwwereld zich stelselmatig kan aanpassen.
Een voorberekening is sinds dit jaar verplicht voor nieuwbouwprojecten. Kan u het proces van bouwen volgens de EPB-regelgeving met behulp van Regnard toelichten?
Oostvogels: Die eerste voorberekening wordt gedaan op basis van het voorontwerp van de architect, om hem bij te staan in zijn ontwerpfase. Het kan helpen koudebruggen te voorkomen en zorgt ervoor dat men naderhand niet voor verrassingen en de bijhorende boetes komt te staan. Architecten houden steeds meer rekening met de parameters die een grote invloed hebben op het E- en K-peil, maar een goede communicatie tussen alle bouwpartners en een goede opvolging bewijzen zeker hun nut.
Bij grote projecten van meer dan 1000 vierkante meter doeloppervlakte wordt ook om een haalbaarheidsstudie gevraagd om in kaart te brengen welke hernieuwbare energietechnieken interessant kunnen zijn bij dat specifieke project. Er wordt nagegaan wat de meerkost zou zijn van een warmtepomp, bijvoorbeeld, en welke subsidies men zou kunnen verkrijgen. Tijdens de werffase gaan wij – naast de architect uiteraard – een aantal zaken opvolgen. Wij kunnen als bedrijf immers controle krijgen van het Vlaamse Energieagentschap, waaraan we foto’s, plannen, facturen en technische fiches moeten kunnen voorleggen. Tenslotte wordt een definitieve EPB-aangifte gedaan, waarbij – bijvoorbeeld bij een appartementsgebouw per appartement – ook EPC-certificaten worden afgeleverd.
Welke technieken in energiezuinig bouwen staan op de planning voor het The Mills in Edegem?
Oostvogels: Om maar enkele voorbeelden op te noemen: de buitenmuren zullen geïsoleerd worden met tien cm polyurethaan, het platte dak zal zestien cm dik zijn, de ramen krijgen verbeterde aluminiumprofielen en vierseizoensbeglazing. Dat laatste zorgt voor een gemiddelde waarde tussen zonwerend en zondoorlatend, waardoor het gebruik maakt van zonnewinsten in de winter, maar anderzijds het risico op overhverhitting tijdens de zomer vermindert.
Hoe progressief is CORES Development op gebied van energiezuinig bouwen?
Oostvogels: De meeste bouwheren staan er steeds positiever tegenover. In het geval van CORES Development gaat dat zelfs nog een stapje verder: zij willen echt meedenken. Voor een ander project vroegen ze ons om hen reeds proactief te informeren naar de regelgevingen voor 2014, nog voor de architect de eerste pennetrekken op papier had gezet.
Op gebied van isolatie en zonnepanelen verklaart iedereen zicht specialist. Maar welke innovatieve technieken klinken ons voorlopig nog minder bekend in de oren?
Oostvogels: In grote gebouwen is een warmtekrachtkoppeling bijzonder interessant. Met één bron wordt zowel warmte als elektriciteit geproduceerd. Het is zuiniger om elektriciteit dichtbij te produceren, aangezien bij elektriciteit vanuit een centrale reeds 50% verloren gaat in de koeltorens, en nog eens 10% door weerstandsverliezen op het hoogspanningsnet. Bovendien zet een warmtekrachtkoppeling de warmte die wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken ook in om een gebouw en sanitair water te verwarmen.
Qua ventilatie is warmterecuperatie een interessante techniek. Vuile lucht die wordt onttrokken aan de woning passeert via de warmtewisselaar, via dewelke ook de verse lucht van buiten weer wordt binnengevoerd. De warme afgevoerde lucht verwarmt in het passeren de koele verse lucht. Als het buiten 0 graden is en binnen 20 graden, kan de binnenkomende lucht zo alvast tot een 17 graden worden verwarmd.
Een andere passieve techniek die nog vrij weinig in gebruik is, is de douchewarmtewisselaar. Het werkt via eenzelfde principe, alleen is de warmtewisselaar hier een dubbele buis, waarbij de ene zicht binnenin de andere buis bevindt. Het vuile afgevoerde water van een douche valt zo langs de buitenzijde naar beneden, terwijl vers water wordt aangevoerd door de binnenste buis – en alweer wordt opgewarmd door het warme afvoerwater.
HET ABC VAN HET EPB
Sinds 2006 moeten nieuwbouwprojecten in Vlaanderen voldoen aan de Energie Prestatie en Binnenklimaat regelgeving (afgekort tot EPB). Die werd opgesteld om van zuiniger omgaan met energie meer dan enkel een optie te maken. De regelgeving omvat verschillende eisen waaraan een nieuwbouwproject moet voldoen:
Het K-peil geeft de thermische isolatie weer, en mag sinds 2012 de K40 niet overstijgen.
Het E-peil geeft het energieverbruik weer, en moet zich sinds 2012 onder de E70 bevinden. Vanaf 1 januari 2014 wordt dat maximum op E60 gezet en vanaf 2016 zou dit zelfs E50 worden.
Ook op gebied van ventilatie zijn er bepaalde minimumeisen voor de debieten van toevoer en afvoer, afhankelijk van de functie van het gebouw.
Voor meer informatie, surf naar www.energiesparen.be.
