1 juni 2013

CORES DEVELOPMENT STAAT VOOR ETHISCH ONTWIKKELEN

Welke plaats neemt CORES Development in de woonmarkt in?

Jurgen Van Bogaert: “We zijn meer een conceptontwikkelaar dan een projectontwikkelaar. We geven vorm aan binnenstedelijke projecten aan de hand van een duidelijk concept dat tevens onze tagline is; wonen, werken, winkelen en zorgen. Die vier elementen proberen we zoveel mogelijk te integreren. We werken concepten uit die gericht zijn op de behoeften van de markt en pas dan krijgen onze gebouwen architecturaal vorm.”

Peter Leyssens: “Dat allemaal op een heel professionele manier, in alle aspecten van de waardeketen zoals wij dat noemen. We brengen trends en vernieuwingen op een andere manier dan de concurrentie.”

Jullie hebben het over vier pijlers. Zijn die allemaal evenwaardig?

Jurgen: “Het onderdeel wonen is goed voor 60 tot soms zelfs 90 procent. Dat kunnen appartementen zijn, studentenflats, ‘assisted living’-appartementen, m.a.w., er zijn geen grenzen. Wonen staat centraal, vervolgens de zorg.”

Peter: “Veel ontwikkelaars gaan ofwel voor wonen, ofwel voor werken, ofwel… Wij zijn geen ‘ofwel’-conceptontwikkelaar, maar gaan voor een totaalplaatje. We willen geen volger zijn maar de markt bepalen. Dat is de grote meerwaarde van CORES Development.”

Jullie opereren vooral in de stad en de provincie Antwerpen. Waarom precies daar?

Peter: “Wij zijn op en top Antwerpenaar, dit is onze habitat. Er is nog enorm veel potentieel aan de Schelde. Vroeger vluchtten de mensen weg uit de stad, nu is er een omgekeerde beweging gaande. Vandaar de keuze voor Antwerpen. Onze projecten worden groter, dus verschuiven we ons werkterrein stilaan ook naar andere grootstedelijke gebieden.”


IDEALE MIX

Wat geeft de meeste voldoening? Pure stadsprojecten of gebouwen in een rustigere, groene voorstad?

Peter: “Doe maar de stad. Het douanegebouw in de Cadixwijk is een goed voorbeeld omdat de mix tussen wonen, werken, zorg en ontspanning daar perfect in terug te vinden is.”

Jurgen: “Vergeet zeker de Scanfil-site in Hoboken niet, van een uitdaging gesproken. We ontwikkelen daar een ganse stadswijk van wel 10 hectare groot!”

Bestaat er zoiets als het ideale gebouw? Is iets ooit helemaal af?

Peter: “Vanaf het moment dat je denkt dat iets 100 % juist zit, ben je fout bezig. Je moet altijd de ambitie hebben om het nog beter te doen. Vooral omdat er vaak nieuwe, onvoorziene marktimpulsen komen waar je bij de start van een project geen rekening mee kan houden.”

Jullie voorzien steevast handels- en winkelruimte voor ondernemers. Gaat jullie voorkeur daarbij uit naar grote ketens of kleine ondernemers?

Jurgen: “We beslissen gelukkig zelf wat de ideale mix is. We bouwen nooit iets zonder de omgeving vooraf grondig te bestuderen. Heeft een kleine ondernemer er kans om te overleven? Heeft een buurt dringend nood aan een supermarkt? Zijn er al commerciële centra in de naaste omgeving of niet?”

MAATSCHAPPELIJKE OPLOSSING

Bestaat er zoiets als de CORES Development-huisstijl?

Peter: “We gaan voor de tijdloze, hedendaagse architectuur.”

Jurgen: “We houden niet krampachtig vast aan één vorm, maar bekijken dat breder. Het klopt wel dat we vaak met duurzame, natuurlijke materialen werken en smaakvolle betonelementen integreren in het geheel.”

Aan welke voorwaarden moet een project voldoen voordat de eerste steen gelegd wordt?

Jurgen: “Alles begint met een buikgevoel. Een bezoek aan het terrein. Sluit het aan bij onze bestaande concepten, ligt het in de CORES Development-lijn? Is er vraag vanuit de markt, zijn er veel concurrenten actief in de buurt en is het financieel leefbaar.

Peter: “We gaan altijd voor een maatschappelijke oplossing. Daarom knappen we liever een verloederd gebouw op dan dat we iets gloednieuw neerpoten. Het geeft altijd meer voldoening om een stadskanker weg te werken dan om een nieuw gebouw op te richten.”

Jurgen: “We willen alle betrokken partijen gelukkig maken. Dat klinkt misschien sentimenteel, maar daar komt het bij ons op neer.”

Peter: “CORES Development wil op een ethisch onderbouwde manier ondernemen, zo eenvoudig is het.”